Fontebona, barnsteen en Doctor Casal

fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/cover.jpg
fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/doctor_gaspar_casal.1000.jpg
fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/fig_1_p4_el__mbar_de_asturias_003.jpg
fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/foto2.homo.jabaliensis.limolita.jpg
fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/foto3.la_mina_de_cuerrias_del_doctor_casal.jpg
fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/kaart_1_krijtetages_tegenover_fontebona.jpg
fontebonabarnsteenendoctorcasal.extras/kaart_2.geologische_kaart_ons_gebied.jpg

Fontebona, barnsteen en Doctor Casal

In deze tijd van corona is het niet makkelijk om rustig te blijven, hoewel er vaker pandemieën zijn geweest. Bijna iedereen heeft wel eens van de Spaanse griep (1918) gehoord, die blijkbaar in Kansas in de Verenigde Staten ontstond. Globalisatie verhoogt het vlindereffect en een lokaal probleem veroorzaakt een diepe crisis aan de andere kant van de wereld. De mensheid investeert om hierop voorbereid te zijn, maar in het Westen wordt geld en infrastructuur vaak liever uitgegeven aan andere zaken. In Spanje bijvoorbeeld aan voetballen en de Corona, het Koningshuis.

Doctor Gaspar Casal (1680-1759) wordt gezien als de eerste epidemioloog in Spanje. In Asturië hebben wij het geluk gehad dat hij hier in de 18e eeuw ruim dertig jaar woonde en werkte. Tijdgenoot van Herman Boerhaave (1668-1738) die regelmatig door hem werd genoemd. In 1717 kwam Doctor Casal naar Asturië, waar hij bepaalde ziektes ontdekte en aangaf hoe je die kon genezen of verzachten. Hij bewonderde het in de 15e eeuw door Georgius Agricola ontdekte barnsteen- of butaandizuur dat je citroenzuurcyclus zou verbeteren.

De Dokter, door Francisco Goya. Men vermoedt dat dit een portret van Gaspar Casal is (foto: Yandex)
"De Dokter", door Francisco Goya. Men vermoedt dat dit een portret van Gaspar Casal is (foto: Yandex)

In het Latijn schreef onze dokter het artikel "Succini Asturici", de Asturische barnsteen, waarin hij niet enthousiast was over het zuurgehalte van de plaatselijke barnsteen. Heel plaatselijk zelfs want één van de twee barnsteenmijnen die hij vond ligt in het dal tegenover Fontebona. Als dokter Gaspar al snel na zijn aankomst in onze streek naar barnsteen begon te zoeken, mogen we gokken dat hij rond 1720 wist waar het lag. Maar waar zocht hij precies? In de literatuur wordt geschreven over een barnsteenmijn bij Beloncio in het dal van het riviertje Las Cuerrias. In principe op hemelsbreed minder dan twee kilometer afstand van Fontebona. Het materiaal zou er voor het oprapen liggen, maar helaas weet niemand meer waar die mijn is.

Sinds we jaren geleden begonnen te kijken naar de geologie in onze habitat hebben we veel ontdekt. Onder andere dat ons terrein precies op de grens ligt van dat Krijt en Carboon. Omdat onderzoek en kennisuitwisseling onder de speciale activiteiten van Fontebona vallen, en Casal zegt dat we barnsteen op loopafstand kunnen vinden, is het logisch daarnaar op zoek te gaan. Navraag op de Geologiefaculteit in Oviedo leverde niets op. Ze zeiden dat hier helemaal geen barnsteenmijnen kunnen zijn. Barnsteen werd alleen maar afgezet in losse aders in de grijze leemlagen van het Krijt. Hoe past dat bij het beeld van een mijn?

Onze interesse in de barnsteen neemt ons dus mee naar het jongere gedeelte, het Albien (113-100 Ma) toen Fontebona zich zo'n beetje bevond waar nu de Canarische eilanden zijn. Het lag aan de rand van een ondiepe zee aan een beboste kust waar sommige bomen hars afgaven die later fossiel werd. Dit harsfossiel is de barnsteen die we nu zoeken en soms zien de onderzoekers er grote bosbranden in terug. Barnsteen uit het Albien kun je bekijken bij de bekende grot El Soplao in Cantabrië en op de geosite van de barnsteen El Caleyo bij Oviedo. We onderzochten beneden Fontebona de rots- en zandachtige Albiene wand maar vonden er tot nu toe geen barnsteen. Je moet zoeken naar grijze leemlaagjes of organisch materiaal tussen de zandlagen.

Foto 1: Stukje barnsteen uit het Albien (105 Ma). El Caleyo (Oviedo)
Foto 1: Stukje barnsteen uit het Albien (105 Ma). El Caleyo (Oviedo)

Op Fontebona hebben we een paar stevige kalksteenrotsen die wij de Atalaya noemen, ons uitkijkpunt. In deze rots zit een soort visgraat, wat kan kloppen want die rots is een mariene afzetting van een ondiepe zee uit het Krijt. Veel is verdwenen sinds de vorming van die krijtafzettingen. Vooral in de laatste tientallen miljoenen jaren en de ijstijdperiode de laatste paar miljoen jaar is het landschap gevormd tot het z'n huidige aanzien kreeg. Door de verwering is er een paar meter extra bodemmateriaal op afgezet en dichtbij de breuklijn Krijt - Carboon ontspringt ons eigen beekje uit de bron Fontebona.

Aan het begin van het Boven Krijt, 100 miljoen jaar geleden (100 Ma), begon de boel onder water te lopen. De eilandengroepen en de ondiepe zeeën die ontstonden werden verzadigd met zandafzettingen en kalklagen. Er ontstond siltsteen aan de kust dat veel plantaardig materiaal gemengd met zand en klei bevat. Het lijkt op schalie en door verwering vind je het nu terug als grijsachtige modder. We zien nu in ons landschap lagen kalk en siltsteen die ontstonden in het Cenomanien (100-94 Ma). In deze grijze siltsteenlagen van het Cenomanien, van het nieuwe Le Mans in Frankrijk, zit soms barnsteen. Je herkent deze etage aan de typische okerkleurige grond, de kleur van de Altamiragrot zeggen sommigen.

Schema 1: Ámbar, barnsteen, vind je in de etages Albien en Cenomanien
Schema 1: Ámbar, barnsteen, vind je in de etages Albien en Cenomanien

In het Onder Krijt, waarvan we met het Albien (105-100 Ma) nog net een stukje meepikken op Fontebona, lagen we pal aan de kust op een eiland. In het Boven Krijt, in het Cenomanien, loopt de boel een paar honderd meter ten noorden van Fontebona onder water want de Atlantische Ocean en de Baskische Golf openen zich. De zeespiegel stijgt met meer dan tweehonderd meter. Het water is warm en het klimaat rustig. Tussen de nieuwe Atlantische Oceaan en de oude Tethysoceaan stroomt water. Aan deze kuststrook onstaan afzettingen van kalk en leem gemengd met plantaardig materiaal. De barnsteen of succinum, de geelachtige gefossiliseerde hars, vinden we rond de 100 miljoen jaar. Altijd in de grijze siltsteenlagen, de modderpoelen die Asturische zwijnen gebruiken als "zoel", en waarin je ook als onderzoeker heerlijk kunt rondploeteren.

Foto 2: Zoeken in Cenomaniene grijze leem naar ámbar of barnsteen ten westen van Beloncio in de Río Cuerrias
Foto 2: Zoeken in Cenomaniene grijze leem naar ámbar of barnsteen ten westen van Beloncio in de Río Cuerrias

In schema 1 zie je dat elke geologische etage is verdeeld in formaties en elke formatie weer is opgedeeld in verschillende afzettingsgesteenten. Krijt komt van Kreta en het heeft alles te maken met kalksteenafzettingen of caliza. Het zit veel in zeediertjes en schelpen die leefden in de warme ondiepe zeeën van het Krijt.

Hier in de buurt werd de zee steeds dieper. In de buurt van de kustlijn, iets verder ten noorden van Fontebona, werd het mineraal glauconiet afgezet in het nog vrij ondiepe zeewater. Die kalkbanken zijn iets groenblauwer van kleur, zoals je ook kan zien in de buurt van Tours in Frankrijk. De daarbij horende etage heet Turonien (93-88 Ma). Zodra we verder van Fontebona en iets dichter bij de plaats Infiesto komen worden de stenen grijzer en groenblauwer. Ook aan de andere kant van de rivier Piloña in Infiesto zien we glauconieten bij de wijk Las Tercias, de naam die lokaal wordt gebruikt om deze geologische formatie aan te duiden.

Wat missen we nog? Het Coniacien (93-87 Ma) van het Franse Cognac toen de zee wel 1500-2000 meter diep werd. Niet normaal voor het Krijt, maar wij bleven hier bij Fontebona dicht aan de kust en er ontstonden grote koraalriffen die je terugziet een paar kilometer verderop ter hoogte van het openluchtzwembad in Infiesto. Stranden lagen toen voor de deur. Vanaf Fontebona hebben we uitzicht op een plaatsje op de andere helling dat Arenas (zand) heet.

Het Santonien (86-84 Ma) van de Franse stad Saintes is de laatste Krijtperiode die we hier in de buurt vinden. In die tijd stierven grote hoeveelheden zeesponzen die vuursteen vormden. Silex, waar we in het Spaans over schreven, is het Spaanse woord voor vuursteen. Nog maar heel kort geleden werd vuursteen door de Neanderthalers gebruikt om hun werktuigen van te maken. Ruim 40.000 jaar is op de geologische klok maar een paar minuten geleden.

Alle namen van de etages komen uit het zogenaamde Bekken van Parijs, een enorme krijtafzetting.

Kaart 1: Krijtetages in de tegenover Fontebona gelegen vallei van Beloncio en de Río Cuerrias
Kaart 1: Krijtetages in de tegenover Fontebona gelegen vallei van Beloncio en de Río Cuerrias

En in België en Nederland? Daar lag alles droog tot 75 Ma. Er kwamen pas mariene afzettingslagen met kalk in het naar Champagne genoemde Campanien (83-73 Ma). In Zuid-België liep in die tijd rond de stad Bergen alles onder en ontstond een groot moeras. Het gesteente rond Luik en Maastricht is een topvoorbeeld van gefossiliseerde krijtkalkbanken uit de laatste etage van het Krijt, het Maastrichtien (72-66 Ma). Toen werd er in Asturië niets meer afgezet. Fontebona lag op het vaste land. Zuid-Limburg en Luik liepen wel onder water, de Mosasaurus zwom daar rond en de Wonderchicken scharrelde er langs de oevers.

Tijd om er een geologische kaart bij te halen. Grijs is de kleur voor het Carboon- of Steenkooltijdperk van 300-350 miljoen jaar geleden, zoals aan de zuidwestkant van de beek op Fontebona. Geel en geelgroen is gebruikt voor het kalk en zand van het Krijt. In het pistachegroene noord- en zuidwesten wordt de Krijtvallei afgesloten door veel ouder gebergte op zo'n 600m hoogte, dat net als de Ardennen ruim 400 miljoen jaar geleden is ontstaan. De lichtblauwe kleur is mariene afzetting van witte kalksteen en de oranjeachtige kleur staat voor de landafzettingen van siltsteen en zand. Beide uit het Westfalien, laat Carboon (305 Ma). Er is dus veel geologisch materiaal te vinden op en rond Fontebona.

Kaart 2: Geologische kaart van ons gebied. Fontebona ligt rechts op de grens van grijs (Carboon) en geel (Krijt)
Kaart 2: Geologische kaart van ons gebied. Fontebona ligt rechts op de grens van grijs (Carboon) en geel (Krijt)

Begin maart 2020, net voor de corona-angst toesloeg, gingen we op zoek naar de barnsteen van Doctor Casal tussen Beloncio en de Río de las Cuerrias de Maza. We zochten in de grijze siltsteenlaag langs de rivier. Het was absoluut een mooie speurtocht. Maar, zoals men op de Geologiefacultijd al waarschuwde, we vonden niets dat op een mijn leek.

Waarom vonden we niets van die barnsteen die ze driehonderd 300 jaar geleden wél vonden? Medisch specialist Casal kwam uit de tijd van de Verlichting, van Boerhaave en Voltaire. Ze waren uiterst kennisgierig en verzonnen niet zomaar iets. Omdat Casal kundig was, kreeg onze wonderdokter in 1751 een vast contract van de Corona, het Spaanse Koningshuis, toen onder leiding van Fernando VI.

De verwarring bleef knagen, dus toch maar eens dat Latijnse werk van Doctor Gaspar Casal zelf bestudeerd. In 1762, drie jaar na zijn overlijden, verscheen een boek met daarin zijn artikel "Succini Asturici", Asturisch barnsteen. Met goed Spaans en Google kom je een eind om de inhoud te begrijpen. Ook haalden we de aantekeningen (1786) van Britse reiziger, dokter en geoloog Joseph Townsend erbij. Beide heren beschrijven een plek dichtbij de bron van het riviertje Cuerries met pizarra en shale, dus met leisteen. Townsend schrijft over de vindplaats en resten van candle-coal, kaarskool, waar ook git wordt gevonden. Git heet hier azabache en wordt soms verward met het ontstaan van barnsteen. Waar hebben die mannen het toch over? Leisteen en kaarskool komt uit het Carboon, niet uit het Krijt. En ze blijven doorgaan over een "mijn".

Maar opeens valt het muntje. Want vorig jaar wees een aardige man uit het dorpje Cuerrias, waar het riviertje ontspringt, op een mijn die zij La Mina noemen. Een van ons liep indertijd die mijn in, wat altijd een beetje link is, en zag alleen maar leisteen en wat kolenachtig materiaal. Het lag in een Carboonlaag en niet in het Krijt, dus barnsteen was naar wij dachten uitgesloten. Het probleem is immers dat hars uit bomen komt en 315 miljoen jaar geleden waren er helemaal geen "harsbomen". Kaarskool is trouwens ook Carboon. Als je een brandende kaars bij dit soort steenkool houdt vliegt het in de brand. Met zoveel details en eindelijk toegevend aan de gedachte dat we 300 jaar later niet veel slimmer zijn geworden onstaat de volgende hypothese: de barnsteen van Doctor Casal en Townsend komt uit het Carboon. Van planten of wat dan ook, want naaldbomen of araucarias die het hars produceerden waren er nog niet.

Kan barnsteen uit het Carboon komen en meer dan 300 miljoen jaar oud zijn? Even checken op internet en ja hoor, het zou kunnen. Maar dachten wetenschappers hier niet aan toen zij het werk van Doctor Casal lazen over de "Barnsteenmijn van Cuerrias"? Voor het antwoord namen we contact op met een locale expert die zijn proefschrift schreef over haaientanden uit het Krijt en jarenlang in dezelfde lagen grijze leem heeft zitten ploeteren. Hij vond honderden tanden, vele fossielen en zelfs dinosaurusafdrukken in zandlagen. Een deel van zijn veldwerk deed hij in onze vallei en in een eerdere correspondentie wees hij al op de koraalriffen bij het zwembad en andere interessante Krijtplekken in onze omgeving.

Over barnsteen uit het Krijt heeft hij ook gepubliceerd. En ook hij had gezocht naar de mijn van Doctor Gaspar Casal. Zijn antwoord op de vraag of het mogelijk zou zijn dat de barnsteenmijn in het Carboon zou liggen, was dat hij dat zelf ook had overwogen. Maar uiteindelijk dacht hij dat het Albien geweest had moeten zijn en bovendien kende hij de publicatie van Joseph Townsend niet. De Asturische Krijtexpert is enthousiast en komt graag eens kijken bij La Mina van Cuerrias maar woont al jarenlang in Chili. Voorlopig kan hij niet uitreizen. Zodra hij wel naar Spanje mag komen, zullen we samen naar de mijn gaan en ongetwijfeld meer kunnen leren over onze habitat.

Foto 3: De vermoedelijke mijn met kaarskool en barnsteen van Doctor Gaspar Casal en Joseph Townsend (18e eeuw)
Foto 3: De vermoedelijke mijn met kaarskool en barnsteen van Doctor Gaspar Casal en Joseph Townsend (18e eeuw)

Doctor Casal bestudeerde in zijn tijd nauwkeurig de geschriften van Hippocrates (460-370 voor Chr.), de Griekse dokter en vader van de medicijnen. Nu, driehonderd jaar later bestuderen we op Fontebona de bevindingen van onze geleerde dokter en hebben zijn barnsteenmijn misschien herontdekt. Jammer dat we voorlopig de deur niet uit mogen om met nieuwe ogen bij La Mina te gaan kijken. Als uiteindelijk blijkt dat we vanuit Fontebona deze historische plaats hebben teruggevonden, zullen we trots zijn ons barnsteentje te hebben kunnen bijdragen aan de plaatselijke geschiedenis en kennis.

Maart 2020 - Fontebona

reacties

Maarten Luykx | 27 03 2020 | 19:18
Ik wist eerlijk gezegd niet zo heel veel over barnsteen (amber), maar aangezien ik het altijd een uitdaging vindt om dingen uit te zoeken, wil ik de resultaten van deze zoektocht jullie niet onthouden.

Ik vond een interessant artikel in het Engels dat ik maar heb vertaald met Google translation.




Onverwachte amber vondst herschrijft botanische geschiedenis.

(PhysOrg.com) - Een onverwachte ontdekking gedaan door Macquarie University PhD-student Sargent Bray over de oorsprong en aard van chemische verbindingen in oude barnsteen, heeft ons begrip veranderd van toen moderne bloeiende planten voor het eerst begonnen te evolueren.

Bray deed de ontdekking tijdens het werken aan zijn Masters-diploma aan de Southern Illinois University in Carbondale in de Verenigde Staten. Onlangs voltooide hij echter een paper over de nieuwe bevindingen die deze week werd gepubliceerd in het prestigieuze internationale tijdschrift Science.

Bray ontdekte dat bolletjes in steenkoolafzettingen die honderden miljoenen jaren ouder waren dan bloeiende planten, chemicaliën bevatten die het meest leken op wat wordt gezien in bolletjes die worden geproduceerd door moderne bloeiende planten.

Bray zei dat de vondst verrassend was omdat steenkoolafzettingen uit het Carboon tijdperk zo'n 300 tot 350 miljoen jaar geleden dateren.

"De chemie was totaal onverwacht, omdat bloeiende planten pas in het Krijt - ongeveer 125 miljoen jaar geleden - in het fossielenbestand zijn gevestigd", zei hij.

Bray zei dat de vondst niet betekent dat er eerder bloeiende planten waren dan eerder werd gedacht. De chemische handtekening van de barnsteen geeft ons eerder een idee over de vroege evolutie van bloeiende planten, zei hij.

"Deze ambers suggereren niet dat er bloeiende planten bestonden tijdens het Carboon, maar ze suggereren wel dat aspecten van de biologie van bloeiende planten zich veel eerder begonnen te ontwikkelen dan de 125 miljoen jaar geleden die we eerder dachten," zei hij.

"De aard van de chemische verbindingen in ambers is de basis voor een barnsteen classificatiesysteem en aangezien bepaalde planten bepaalde soorten barnsteen maken, kan barnsteen chemie worden gebruikt om te bepalen welke brede groep planten een bepaald barnsteen specimen produceerde."

Als fossiele hars van oude bomen is amber al lang populair als bron voor siervoorwerpen, kralen en sieraden. Maar het is de uitzonderlijke conserverende en chemische kracht van amber die wetenschappers het meest interesseren, omdat het soms de overblijfselen van planten, insecten en zelfs kleine gewervelde dieren bevat die vast komen te zitten in de barnsteen wanneer deze zich in een vloeibare toestand bevindt.

Geleverd door Macquarie University.

https://phys.org/news/2009-10-unexpected-amber-rewrites-botanical-history.html




Overigens heb ik ook publicaties gevonden over de vindplaatsen van barnsteen in Centraal Asturië.

Jullie wonen daar in een zeer interessant gebied moet ik zeggen.

Met vriendelijke groet,
Natasja | 27 03 2020 | 23:25
We zijn benieuwd naar wat jullie dan allemaal gaan treffen in La Mina... Nog even geduld dus...
Geert Hellinga | 28 03 2020 | 09:21
Erg interresant artikel! Wel ingewikkeld voor een leek zoals ik. Ben zelf ook wel benieuwd naar La mina.
Diana & Sander | 28 03 2020 | 10:52
Tja, lekkere periode nu.. maar leuk van jullie te horen! En educatief!

Al het beste!
Aart | 28 03 2020 | 12:44
Veel informatie, heel interessant, maar lees het wel in etappes als dat mag?
Marleen | 28 03 2020 | 15:34
Dank voor het boeiende en goed geschreven verhaal over de barnsteen mijn! Benieuwd naar het vervolg.

Wel fijn, hé, dat wij buitenmensen ons niet hoeven te vervelen. Aan de andere kant is verveling heel nuttig, inderdaad, om niet teveel naar buiten te kijken maar wat meer naar binnen. Niet naar wat je hebt, maar naar wat je bent.

Liefs
Bert van Riel | 31 03 2020 | 11:07
prachtig artikel ! ik heb genoten, graag meer en ook verdieping; ik had geen idee van de geschiedenis van deze regio. Goed geschreven ook. Met name de kleine verwijzingen naar wat er op een bepaald moment dan in de lage landen gebeurd vind ik erg sterk. Meer graag !

reactie

naam

Als anti-spammaatregel vragen we je de naam van onze finca in het vak hieronder in te vullen
Let alsjeblieft op de spelling. Het is niet Fuentebona en niet Fontabona maar:


Aanmelden / afmelden voor de blogartikelen? Mail naar website@fontebona.es
Vragen over ons privacybeleid? Kijk op http://fontebona.es/nl/privacy.php